De tuin van het echtpaar Koudstaal trouwens (zie ook het kader rechtsonder) is er een zoals Braam het voor zichzelf ook wel gedaan zou hebben. Een blik vanuit zijn woning naar buiten leert dat dat vooralsnog toekomstmuziek is.
„We hadden dit jaar de achterkant van het huis willen uitbouwen. Dat wordt nu waarschijnlijk volgend jaar”, legt Braam uit. De tuin zal op zijn vroegst pas daarna aan de beurt zijn.
Kweekschool
Met een moeder werkzaam in de zorg en een vader als geschiedenisdocent lag het niet voor de hand
dat Braam groene vingers zou hebben, laat staan dat hij het hoveniersvak zou kiezen. Oorspronkelijk was dat ook niet het plan,
vertelt hij. „Op de mavo was ik goed in wiskunde en economie, vandaar dat ik de Kweekschool voor Handel in Amsterdam ben gaan doen. Ik ging toen stage lopen bij Raf in Hilversum, maar na een paar weken wist ik het al: dit gaat hem niet worden.”
Als tiener – Braam werd geboren in Bussum en groeide op in de Hilversumse Meent – deed hij wel al iets met tuinieren. „Een kennis van mijn ouders was tuinman bij de familie Brenninkmeijer in Bussum, toen ik twaalf was hielp ik hem tijdens vakanties.”
En toen hij een paar jaar ouder was, ook op zaterdag en zondag.
Hoveniersopleiding
Braam: „Op een gegeven moment kwam ik in contact met een andere hovenier, in Naarden. Daar ben ik toen tijdens weekenden en zomervakanties gaan werken.”
Het was in die tijd dat hij besloot om de hoveniersopleiding aan de Middelbare Tuinbouwschool in Houten te gaan doen. Het mooiste en leukste van het hoveniersvak?
„Dat blijft toch het aanleggen van een tuin, dat vind ik het meest uitdagend. Vanaf het eerste klantcontact, dat je samen met de klant iets moois gaat bedenken en tekenen. Ik organiseer
vervolgens alles: de beplanting, het gazon, maar ook de bestrating, beregening en de veranda – soms tot stucen aan toe. Ik vind het mooi om zo’n project van het begin tot het eind te begeleiden.”
Gemiddeld zijn zo’n drie gesprekken met de klant nodig voordat Braam tot een ontwerp komt.
„Je hoort eerst zijn of haar wensen aan, en dan ga je puzzelen. Soms kom je met een ontwerp dat meteen aanslaat, en soms reageren ze een beetje schrikachtig, is het een ontwerp dat uitdaagt.”
Zo’n tuinplan klopt meestal voor 95 procent. „In het werk zelf kom je altijd wel bepaalde details tegen of dingen die we ter plekke beslissen. Maar in hoofdlijnen moet er gewoon een goed plan liggen.” Als de tuin bijna klaar is, is het tijd voor de beplanting. „Dat is natuurlijk wel al in de offerte opgenomen, maar dan gaan we pas bepalen welke planten en hoeveel er moeten komen. Daar gaan we dan echt voor zitten met de klant. En bij grote tuinen neem ik ze dikwijls mee naar de kwekerij.”
Braam was vijfentwintig jaar toen hij als zelfstandig hovenier aan het werk ging. In 2011 ging hij failliet, waarna hij in 2012 met zijn dertien jaar jongere broers – een tweeling – verder ging. Sinds 2015 begon hij weer voor zichzelf, met één werknemer. „Drie kapiteins op een schip, dat werkt niet”, zegt Braam, wiens broers overigens ook nog steeds in het hoveniersvak zitten. Anno 2020 heeft hij op sommige dagen tien man rondlopen, drie zijn er in vaste dienst.
„Begin van het jaar heb ik een ander bedrijf overgenomen, Baart in Naarden, inderdaad, dezelfde hovenier als waar ik vroeger tijdens de weekenden en vakanties heb gewerkt.”
De laatste vijf jaar is zijn bedrijf behoorlijk gegroeid, en ook de coronacrisis kwam hij tot nu toe goed door. „Ik heb nu honderd vierkante meter op de Nijverheidswerf gehuurd. Daar ga ik een kantoor maken, zodat we van daaruit kunnen werken.”
Personeel
In het Gooi zijn veel grote tuinen, maar is tegelijkertijd aan hoveniers geen gebrek. Het is echter zeker niet zo dat de concurrentie moordend is, zegt Braam, voor iedereen
is voldoende werk. Sterker nog: de Bussumer zit te springen om personeel, hij kan twee vakbekwamehoveniers gebruiken én een leerling. „Het is een uitdaging om gekwalificeerd personeel te vinden, je komt moeilijk aan een vakbekwame hovenier. Waarom dat is?
Er zijn er niet veel en die er zijn, zijn redelijk honkvast. Er zit niet veel beweging in die markt. En ik ben niet de enige die personeelstekort heeft.”
Met het middelgrote hoveniersbedrijf dat Braam nu heeft, kunnen ook grotere opdrachten worden aangenomen. „We hebben binnen het bedrijf diverse specialisten rondlopen. De één is beter is houtwerk, zoals een schuur of overkapping, terwijl de ander goed is in beplanting.”